Het spijsverteringsstelsel
Ons spijsverteringsstelsel is zeer betrokken bij het ontwikkelen van lichamelijke klachten. Denk hierbij een klachten aan organen, pijnklachten in gewrichten en spieren, welvaartsziekten, maar ook lichamelijke klachten zoals vermoeidheid, uitputting en ontstekingen. Het is daarom belangrijk om de basis te kennen van dit stelsel om zo onduidelijke klachten te begrijpen en een eigen herstel te kunnen laten plaatsvinden.
Het maagdarmstelsel, is het systeem dat, via de spijsvertering de functie levert om (juiste) voedingsstoffen op te nemen uit voedsel ter ondersteuning van onze lichaamsfunctie. Dit spijsverteringsstelsel is bij de mens opgebouwd uit de mond, keelgat, slokdarmhoofd, slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm. In combinatie met de tong, speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas vormt dit het menselijk spijsverteringsstelsel. Vertering wordt uitgevoerd door verschillende organen in het lichaam, met name de mond, de maag en de darmen. De meeste voedingsstoffen in de voeding kunnen niet direct in het lichaam worden opgenomen. Via het spijsverteringsstelsel komt voeding langs de volgende structuren.
De mond (mondholte)
In de mondholte wordt het ingenomen voedsel fijngemalen met behulp van het gebit, waarbij kaakpieren voor de kauwbewegingen zorgen. In de mond vindt, onder andere middels de smaakpapillen, de zintuiglijke analyse van het ingenomen voedsel plaats. Hiermee proeven we de smaken, zout, zoet, zuur en bitter. Tijdens het kauwen wordt speeksel aan de voeding toegevoegd vanuit de speekselklieren. In de mondholte begint ook het biochemische verteringsproces, enzymen in het speeksel starten al met het afbreken van het fijngemalen voedsel.
De keelholte
Na het kauwen wordt de gemalen voeding doorgeslikt en komt terecht in de keelholte (larynx). Deze ‘buis’ heeft een gemeenschappelijke doorgang voor voedsel en vloeistoffen, maar ook ingeademde lucht. De keelspieren duwen het gemalen voedsel in de richting van de slokdarm. Via de slokdarm of gaat het voedsel (of vocht) naar de maag.
De maag
De maag wordt gezien als tijdelijke opslagplaats van voeding waar ook de mechanische afbraak van voedsel plaatsvind. Via de maagwand vind er minimale onttrekking van vocht naar de bloedsomloop plaats. De maagwand scheidt zuur maagsap af wat wordt gemengd met de ingenomen voeding. Het zuur doodt meegelifte micro-organismen in de voeding.
De dunne darm
In de dunne darm gebeurt het grootste deel van de onttrekking van vocht en voedingstoffen naar de bloedbaan. De dunne darm is onder te verdelen in de twaalfvingerige, nuchtere en kronkeldarm. In de kronkeldarm vind afscheiding van vocht, hormonen en voedingsstoffen plaats.
Dikke darm
In de dikke darm vindt de laatste onttrekking van vocht en voedingstoffen plaats, waardoor een goede, vaste ontlasting wordt gecreëerd. De dikke darm is onder te verdelen in de blinde, kartel en endeldarm. De ontlasting verlaat uiteindelijk het lichaam via de anus. In de gehele darm vind peristaltiek plaats. Dit is een knijpende voortbeweging die ervoor zorgt dat het voedsel vooruitkomt in de darm tot het via de anus het lichaam verlaat. Indien deze peristaltiek te hevig is, kan dat bijvoorbeeld resulteren in diarree.
In de darmholte leven veel bacteriën, dit wordt ook wel je microbioom of darmflora genoemd. Deze bacteriën helpen mee met de voedselvertering door voeding af te breken tot makkelijk op te nemen voedingsstoffen. Hierbij is voornamelijk de productie van vitamine K door deze bacteriën belangrijk. Het gebruik van antibiotica zorgt voor het bestrijden van bacteriën, maar daardoor ook de goede darmbacteriën. Het gebruik van antibiotica kan daardoor de darmflora en darmwand (tijdelijk) aantasten.
Wat doet het spijsverteringsstelsel?
Het spijsverteringsstelsel heeft verschillende belangrijke functies:
- Inname en verwerking van voedsel: Het spijsverteringsstelsel begint met het innemen van voedsel door middel van de mond en het kauwen ervan. Het voedsel wordt vervolgens vermengd met speeksel, wat de eerste stap is in de afbraak van koolhydraten. Het voedsel wordt vervolgens doorgeslikt en gaat naar de maag.
- Afbraak van voedsel: In de maag wordt het voedsel gemengd met maagzuur en spijsverteringsenzymen. Dit helpt bij de verdere afbraak van voedsel, vooral eiwitten. Maagzuur helpt ook bij het doden van schadelijke bacteriën die met het voedsel zijn ingenomen.
- Vertering en opname van voedingsstoffen: De dunne darm is het belangrijkste orgaan voor de vertering en opname van voedingsstoffen. Hier worden enzymen uit de alvleesklier en gal uit de lever en galblaas vrijgegeven om koolhydraten, vetten en eiwitten verder af te breken. De verteringsproducten, samen met vitaminen, mineralen en water, worden vervolgens opgenomen in de bloedbaan en naar andere delen van het lichaam getransporteerd om te worden gebruikt voor energie, groei en herstel.
- Absorptie van water en elektrolyten: In de dikke darm wordt water geabsorbeerd uit de onverteerbare resten van voedsel (vezels) die de dunne darm hebben bereikt. Hier worden ook bepaalde elektrolyten (zouten) geabsorbeerd.
- Uitscheiding van afvalstoffen: Wat overblijft na de vertering en opname van voedingsstoffen in de dunne darm, wordt naar de dikke darm gestuurd. Hier worden water en elektrolyten verder geabsorbeerd, waardoor de ontlasting wordt gevormd. De ontlasting wordt vervolgens opgeslagen in het rectum en periodiek uitgescheiden via de anus.
Het spijsverteringsstelsel zorgt er dus voor dat voedsel wordt afgebroken tot eenvoudige moleculen die kunnen worden opgenomen en gebruikt door het lichaam. Het speelt een cruciale rol bij het verkrijgen van voedingsstoffen en energie die nodig zijn voor de groei, ontwikkeling en algemene gezondheid.
Wil jij meer weten over het spijsverteringsstelsel? Bekijk dan dit artikel!