Veel mensen met (chronische) pijn hebben de neiging tot negatief denken of doemdenken. Deze gedachten noemen we ook wel catastroferen. In veel gevallen bij pijnklachten interpreteren mensen hun pijn verkeerd, denken dat ze binnen enkele jaren niks meer kunnen door de pijn of ze vermoeden een ernstige ziekte. Bijvoorbeeld iemand die drukpijn op de borst heeft en meteen het vermoeden heeft van een hartaanval. Deze gedachten kunnen verschillende gevolgen hebben, zoals:
- Cognitieve en emotionele gevolgen
- Gedragsmatige gevolgen
- Lichamelijke gevolgen
- Sociale gevolgen
Uit onderzoek is gebleken dat mensen die catastroferen vaak een hulpeloze houding hebben ten aanzien van de pijn op het moment en de verwachte gevolgen van de pijn. Deze mensen voelen de pijn ook meer, hebben negatieve gedachten en hun cognitieve functies zijn ook slechter. Mensen die catastroferen hebben ook meer kans dat de pijnklachten uiteindelijk chronisch worden. Daarnaast zullen interventies voor de pijn minder goed aanslaan.
Cognitieve & emotionele gevolgen door catastroferen
We nemen weer even het voorbeeld van de hartkwaal. Stel je bent er van overtuigd een ernstige hartkwaal te hebben. Hierdoor ga je meer focussen op de kwaal en op je lichaam. De gevolgen daarvan zijn dat de je kleine pijntjes gaat koppelen aan de hartkwaal waardoor je jouw vermoeden versterkt. De stress/spanning op je lichaam kan hierdoor fors toenemen, waardoor de klachten zullen versterken. De meeste mensen gaan hier tevens op anticiperen met een bepaald gedrag.
Catastroferen en de lichamelijke gevolgen
Door de focus en negatieve gedachten op de klacht ontstaat er angst. Dit heeft weer als gevolg dat er een stressreactie ontstaat. Door de adrenaline en cortisol krijgen we meer spierspanning, gaan we hoger en sneller ademhalen (hyperventilatie), en zenuwen worden gevoeliger. Uiteindelijk zien we dat mensen hierdoor weer duizeligheidsklachten en meer pijn ontwikkelen en ze last hebben van trillen, een onrustig gevoel, slecht slapen, etc.
Gedragsmatige gevolgen
Iedereen reageert anders in verschillende situaties. Zo vertonen mensen dus allemaal ander gedrag. Je kunt bijvoorbeeld gaan vermijden, geruststelling zoeken of je gaat controleren.
Vermijden: Je gaat bijvoorbeeld niet meer intensief sporten omdat je bang bent om een hartaanval te krijgen.
Geruststelling: Je gaat op social media of bij kennissen informatie vergaren. Meestal werkt dit juist averechts, omdat mensen vaak negatieve verhalen lezen waardoor je nog meer bevestiging krijgt en angstig wordt.
Controleren: Je gaat zoveel mogelijk proberen controle uit te voeren op de situatie. Door jezelf in het dagelijks leven te veel aan te passen aan de situatie en jezelf bijvoorbeeld af gaat vragen: ‘kan ik dit wel? Is het niet te intensief?’. Of je let er continu op of je hart nog wel goed slaat door je hartslag te controleren.
We zien vaak bij mensen dat er vermijdingsgedrag ontstaat. Ze gaan niet meer mee naar verjaardagen, uitjes met vrienden of gaan niet meer naar de sportclub. Dit heeft gevolgen voor sociale contacten, maar ook op je thuissituatie en gezin.
Wanneer je bovenstaande gevolgen op de verschillende vlakken begrijpt kun je hier zelf ook op inspelen. Ga er dus niet te snel van uit dat er iets ernstigs aan de hand is, lees niet te veel op social media en blijf actief. Ga naar je sportclub, vrienden of familie.
Bekijk hier een onderzoek over catastroferen
Wat is de oplossing
Ons brein speelt een hele grote rol bij chronische pijn patiënten. Daarom mogen we dit brein niet vergeten bij het behandelen van deze klachten. In het boek: De oplossing voor pijn en de Pijn Reset Community gaan we dieper in op het brein. We gaan uitleggen hoe dit werkt en we geven je handige tips en adviezen om hiermee om te gaan.