Verloop van de anconeus
De anconeus wordt in het Nederlands ook wel de elleboogspier genoemd. De spier start bij de buitenste knobbel van de elleboog en loopt naar de elleboogpunt (olecranon van de ellepijp).
Functie van de spier
De functie van deze spier is het strekken van de elleboog. Met name wanneer de strekking langzaam en met weinig weerstand wordt uitgevoerd speelt deze spier een rol. Bij de strekbeweging ondersteunt deze spier de triceps spier. Dit is ook een belangrijke strekker van de elleboog en deze bevindt zich aan de achterzijde van de bovenarm. De anconeus spier spant ook het gewrichtskapsel.
Triggerpoints – Anconeus
Een triggerpoint is een klein gedeelte van de spier dat als het ware in de kramp is geschoten. Deze microverkramping noem je een triggerpoint. Doordat deze kramp zeer lokaal in de spierbuik voorkomt, is bloedsomloop ook zeer lokaal verminderd. Dit geeft bij deze spier lokale klachten.
Triggerpoints in deze spier kunnen lijken op een tennisarm, de klachten kunnen dan ook ontstaan door het overstrekken van je elleboog, of langdurig kracht zetten.
Deze klachten kunnen goed verholpen worden door middel van triggerpoint therapie.
Klachten die de anconeus kan veroorzaken
Elleboogpijn
Een blessure aan de anconeus kan pijn aan de buitenzijde van de elleboog veroorzaken. Deze spier zou klachten kunnen veroorzaken wanneer deze bijvoorbeeld overbelast is door overmatig strekken van de elleboog. Er kunnen zich dan triggerpoints in de anconeus ontwikkelen die pijn uitstralen in de elleboogregio. Dit noemt men ‘referred pain’ en wordt ook wel ‘geprojecteerde pijn’ genoemd. Triggerpoints kunnen zich vormen in spieren die overbelast of onderbelast worden, in spieren waarvan de zuur-base balans niet in orde is of bijvoorbeeld in spieren die aangedaan zijn door eerder letsel. Tijdens een behandeling kan de fysiotherapeut deze triggerpoints behandelen, maar zal hij/zij ook kijken naar de oorzaak van de triggerpoints.
Men kan verschillende fysiotherapeutische technieken inzetten bij een blessure van de anconeus, zoals:
- Manuele therapie (mobilisaties, manipulaties etc.): hiermee kan men eventuele bewegingsbeperkingen van de elleboog opheffen en het gewricht beter laten bewegen.
- Taping: hiermee kan men de elleboog en/of spier ondersteunend tapen en kan men bijvoorbeeld lokaal de doorbloeding verbeteren.
- Manuele triggerpointtherapie: met manuele druktechnieken kan men spierknopen behandelen.
- Dry needling: met een ‘droge naald’ kan men spierknopen ‘ontladen’.
- Oefentherapie: door gerichte oefeningen kan men het gewricht optimaal laten functioneren
- Detoniserende massage: door spierontspannende technieken kan men ervoor zorgen dat spieren rondom de elleboog meer ontspannen.
Bekijk hier een onderzoek over de Anconeus.