Verloop van de Latissimus dorsi
De Latissimus dorsi bestaat uit vier verschillende delen:
1. Vertebrale gedeelte: dit deel begint bij de doornuitsteeksels van de zevende tot en met twaalfde borstwervels en de peesplaat van de onderrug
2. Scapulaire gedeelte: dit deel begint bij de onderste hoek van het schouderblad
3. Costale gedeelte: dit deel begint bij de 9e tot en met 12e rib
4. Iliacale gedeelte: dit deel begint bij het achterste gedeelte van de bekkenrand
Deze vier delen van de latissimus dorsi hechten allen aan de bovenarm aan.
Bekijk de video van de latissimus dorsi
Functie van de latissimus dorsi
Deze spier draagt bij aan het naar binnen draaien van de schouder, het zijdelings naar het lichaam toe bewegen van de arm, het naar achteren bewegen van de arm en bij de uitademing. Ook wordt deze spier gebruikt bij hoesten.
Triggerpoints in de Latissimus Dorsi
Triggerpoints zijn kleine krampknoopjes in de spierbuik van een spier. Door deze krampknoopjes krijgt de spier in deze krampknopen een slechte doorbloeding met als gevolg te weinig zuurstof, een ophoping van de afvalstoffen en een uitstralend pijn karakter. De gehele spier krijgt hierdoor een hogere spanning, met een stijf en verkort gevoel.
Net zoals bij de meeste spieren veroorzaken triggerpoints in deze spier een uitstralende pijn naar andere gebieden. De pijn kan uitstralen over de gehele binnenkant van de arm, voorkant schouder en aan de zijkant van je buik onder de ribben.
Triggerpoints in deze spier komen meestal voor bij langdurige belasting waarbij de arm herhaaldelijk naar het lichaam wordt gebracht, naar beneden bewogen wordt of de arm naar binnen wordt gedraaid. Denk bijvoorbeeld aan houthakken en turnen.
Deze klachten kunnen we goed behandelen met manuele triggerpoint therapie of dry needling.
Klachten die de brede rugspier kan veroorzaken
Spierknopen in de brede rugspier kunnen pijn veroorzaken in de boven- en middenrug. Dit is te verklaren met ‘referred pain’. Dit houdt in dat er een ‘geprojecteerde pijn’ ontstaat ten gevolge van triggerpoints (spierknopen). Zo kunnen gespannen spieren dus pijn veroorzaken op een andere plek dan de spier zelf.
Men kan dit type rugklachten vaak goed verhelpen door de lokale spierknopen te behandelen met dry needling. Met dry needling worden de spierknopen behandeld met een ‘droge naald’ waardoor ze ontladen en de spier beter kan ontspannen. Ook manuele triggerpointtherapie, oefentherapie of taping kan helpen bij dit type rugklachten.
De latissimus dorsi kan triggerpoints bevatten welke pijn kunnen veroorzaken aan de voor- en achterzijde van de schouder. Dit is vanwege de ‘geprojecteerde pijn’ die de triggerpoints in dit gebied kunnen veroorzaken. Door de triggerpoints te behandelen, verdwijnen de schouderklachten vaak ook. Het is wel belangrijk de oorzaak van de triggerpoints te achterhalen en als het nodig is deze te behandelen om herhaling van klachten te voorkomen.
Het behandelen van de triggerpoints kan bijvoorbeeld met taping, manuele triggerpointtherapie, rekoefeningen of dry needling.
Bekijk hier een onderzoek over de Latissimus Dorsi.