Verloop van de Adductor Magnus
De grote dijaanvoerder behoort tot de adductorengroep en loopt van het schaambeen en het zitbeen naar het bovenbeen (femur).
Functie van de spier
De Adductor Magnus zorgt voor strekking van de heup, lichte buiging van de heup en het zijwaarts naar binnen bewegen van het been. De aanhechting van de pees zorgt ervoor dat deze ook bijdraagt aan de naar binnen draaiende beweging van de heup. Tot slot helpt de spier ook mee bij het stabiliseren van het bekken.
Triggerpoints – Adductor Magnus
Een triggerpoint is een microverkramping in de spierbuik van een spier. Deze microverkrampingen kunnen aanvoelen als knoopjes. Doordat deze verkrampingen optreden verminderd de bloedsomloop zeer lokaal, hierdoor kunnen afvalstoffen zich ophopen en klachten veroorzaken.
In de Adductor Magnus kunnen triggerpoints inwendige klachten geven in het bekken. Ook kan je een uitstralingsgebied van pijn merken van je lies (liesklachten) tot aan de knie (binnenkant van het been).
Triggerpoints in deze spier kunnen ontstaan door langdurig kracht te zetten met deze spier, waar bij je als het ware je knieën langdurig naar binnen trekt. Denk bijvoorbeeld aan paardrijden, maar ook staan op instabiele ondergronden, of skiën. Belangrijk is om te kijken hoe deze triggerpoints ontstaan, vaak is ons eigen gedrag verantwoordelijk voor deze overbelastingsklachten. We gaan dan ook eerst kijken wat we aan de oorzaak kunnen doen, om vervolgens deze spier met triggerpoint therapie te behandelen.
Klachten die de Adductor Magnus kan veroorzaken
De grote dijaanvoerder kan bij verkeerde belasting pijn geven in de liesregio. Door herhaaldelijke overbelasting van de spier kan de peesaanhechting geïrriteerd of ontstoken raken. Dit kan op den duur ook leiden tot een tendinose. Dit houdt in dat de kwaliteit van het peesweefsel achteruit gaat.
Vaak ontstaat deze blessure na een periode van relatieve overbelasting op de spier, zoals bij een verhoogde trainingsintensiteit of het veranderen van werkactiviteiten. Ook een acuut moment, zoals een misstap, kan een overbelasting zijn en deze blessure veroorzaken.
Rust voor de Adductor Magnusen kan soms al helpen om te herstellen van deze klacht. Indien dit herstel niet inzet, kan men kiezen voor verschillende fysiotherapeutische technieken om de klachten te laten behandelen, zoals: oefentherapie, massage, dry needling, manuele therapie, taping, manuele triggerpointtherapie, etc.
Bekkenklachten
Volgens de theorie van triggerpoints heeft iedere spier een vast ‘referred pain’ patroon. Dit is het gebied waarnaar de spier pijn kan projecteren. Van de Adductor Magnus is bekend dat deze zowel uitstraling in de lies als in de bekkenregio kan geven. Hierdoor kunnen er klachten in de bekken en lies ontstaan. De pijn kan bij deze spier dus niet alleen omlaag, maar ook omhoog richting de onderbuik geprojecteerd worden.Door de triggerpoints te behandelen, verdwijnen vaak ook de bekken- of onderbuikklachten. Dit kan door middel van dry needling, taping, rekken, manuele triggerpointtherapie, massage etc. Daarnaast is het belangrijk te achterhalen waarom de triggerpoints zich in deze spier gevormd hadden en deze oorzaak waar nodig ook te behandelen.