Anatomie – Neerplastiek (video)
Wat is een Neerplastiek?
Een Neerplastiek is een operatie aan de schouder volgens Neer, Neer was in het verleden een bekende schouderspecialist. Een normaal schoudergewricht wordt gevormd door de schouderkop, de schouderkom, het schouderdak, de slijmbeurs en spieren/pezen van de schouder (rotator cuff). Zowel de kom als de kop zijn bekleed met kraakbeen. Zie de afbeelding hieronder.
Door een verkeerd bewegingspatroon en een verkeerde houding kunnen de pezen bij bewegen (met name bij de bovenhandse bewegingen) bekneld raken tussen de kop en het schouderdak. Hierdoor raken de pees en de slijmbeurs geïrriteerd. Soms hebben mensen een afwijkende vorm van het schouderdak waardoor eerder beknelling optreedt.
Als de klachten langer dan een jaar aanhouden en maar tijdelijk verbeterd zijn na een injectie in de slijmbeurs, en de juiste fysiotherapeutische behandeling hebben gehad, kan er gekozen worden voor een arthroscopische neerplastiek. Dit is een operatie waarbij de ruimte tussen het schouderdak en de schouderkop wordt vergroot door het weghalen van de vooronderrand van het schouderdak zodat de pees die de schouder omhoog beweegt weer meer ruimte krijgt en hopelijk minder makkelijk geïrriteerd raakt.
Voorbereiden op de operatie
Tijdens uw bezoek aan de polikliniek voor Neerplastiek bespreekt de orthopedisch chirurg met u de operatie en de daaraan verbonden verwachtingen en risico’s. Belangrijk daarbij is dat de Neerplastiek operatie niet bij iedereen helpt, gemiddeld heeft 20-40% van de patiënten geen of verminderde baat. Dit is de reden dat er niet te snel overgegaan wordt tot een Neerplastiek. Op het voorbereidingsplein krijgt u aanvullende informatie over de narcose, de zenuwverdoving en de opname in het ziekenhuis.
De opname en het ontslag
U wordt opgenomen op de dag van de operatie. De meeste mensen mogen de eerste dag na de operatie weer naar huis.
De operatie bij een neerplastiek
Tijdens de arthroscopie wordt eerst het schoudergewricht aan de binnenzijde bekeken. De arts kan zo beoordelen of het gewrichtskapsel en de spieren rondom het schoudergewricht (=rotatorcuff’) beschadigd zijn.
Als de ‘rotator cuff’ niet beschadigd is, verwijdert de arts vervolgens de ontstoken slijmbeurs. Met behulp van een frees wordt vervolgens een gedeelte van het bot van het schouderdak afgehaald. De bewegingsruimte voor de spieren en pezen is nu vergroot, zodat zij minder snel bekneld raken, waardoor de pijnklachten kunnen verminderen.
Na de operatie
Na de Neerplastiek is de arm in sommige gevallen nog gevoelloos door de verdoving. Het gevoel in uw arm is meestal binnen 24 uur terug. U krijgt op de afdeling een schoudersling aangemeten. Een schoudersling is een ondersteunende draagband waarin de arm gedurende maximaal een week gedragen wordt. Voor de oefeningen en lichamelijke verzorging mag de schoudersling af.
De wond
Als de wond gehecht is met oplosbare hechtingen hoeven deze niet verwijderd te worden. Als de
hechtingen niet oplosbaar zijn, dan krijgt u een uitnodiging mee voor het wondenspreekuur om de
hechtingen veertien dagen na de operatie te laten verwijderen.
Weer thuis
Na een Neerplastiek kunt u, afhankelijk van uw beroep, tussen 2 en 6 weken weer aan het werk.
Na gemiddeld 3 maanden kunnen sportieve activiteiten weer worden opgepakt. De uiteindelijke revalidatie kan wel 6 tot 12 maanden in beslag nemen.
Indien u de arm zonder pijn al voldoende kunt bewegen en daardoor in staat bent om te handelen in noodsituaties, en u het zelf veilig acht, dan kunt u het autorijden/fietsen weer hervatten.
Poliklinische controle
Ongeveer acht tot tien weken na de ingreep komt u voor controle bij de verpleegkundig specialist op de polikliniek.
Fysiotherapie na de operatie (per fase)
Operatiedag:
- controle ondersteuning arm in mitella/collar ’n cuff voor max. 1 week.
- instructie slaaphouding; arm ondersteunen op kussen.
1e dag postoperatief (na de operatie):
- Passief en geleid actief oefenen schouder tot pijngrens.
- Elleboog-, pols- en handoefeningen.
- Patiënt gaat na instructie fysiotherapeut met ontslag.
Rapportage/overdracht:
Er wordt bij ontslag een fysiotherapeutische machtiging en fysiotherapeutische richtlijn meegegeven.
Eventuele bijzonderheden worden vermeld op de laatste pagina van de richtlijn. Patiënt moet zelf voor fysiotherapeutische nabehandeling zorgen.
Fysiotherapie in eerste week na operatie (eerste lijn)
Aanwijzingen omtrent postklinische fysiotherapie (na het ziekenhuis):
- Oefenen mag worden uitgebreid van geleid actief naar actief oefenen op geleide van pijn.
- Isometrisch oefenen t.b.v. rotator cuff; scapula-setting in neutrale stand. (zonder de arm omhoog te bewegen).
- Elevatie uitvoeren in exorotatiestand ter voorkoming van pijn.
- Goede mobiliteit in alle bewegingsrichtingen, met name dorsaal, is essentieel.
- Voortzetten katroloefeningen (volgens instructie fysiotherapeut!) en oefenen ADL functies.
Na 2 weken postoperatief
Controle op wondenspreekuur.
Doel: actieve beweeglijkheid schouder bedraagt 75% van beweeglijkheid voor operatie.
Fysiotherapie (eerste lijn):
- Controle thuisoefeningen.
- Starten actieve rotator cuff oefeningen en scapula stabiliserende oefeningen.
- Controle scapula tijdens gehele bewegingstraject.
Na 8-10 weken postoperatief
Controle verpleegkundig specialist.
Doel: actieve beweeglijkheid is gelijk aan beweeglijkheid voor operatie.
Fysiotherapie (eerste lijn):
- Controle actieve en passieve beweeglijkheid schouder.
- Controle scapula tijdens gehele bewegingstraject.
- Controle thuisoefeningen.
- Indien noodzakelijk starten werk-sport-specifieke training.
Controle poli orthopeed alleen op indicatie.
Bij elke acute vermindering van de beweeglijkheid dient een afspraak gemaakt te worden bij de polikliniek van de orthopedisch chirurg.
Prognose / te verwachten resultaten:
- De meeste patiënten zijn grotendeels pijnvrij na 6 tot 12 weken.
- autorijden: autorijden mag alleen als patiënt weinig pijn heeft en een zodanige controle over de arm en schouder dat dit verantwoord is.
- werken: – licht werk ( niet tillen) na 10 dagen tot 6 weken.
- matig zwaar werk (lichte last tillen, onder schouderhoogte ) na 6 weken.
- zwaar werk 3-6 maanden postoperatief (na de operatie).
Complicaties / mogelijke problemen
- Geen garantie voor succes.
- Infecties.
- Frozen shoulder.
- Zenuwletsel.
Oefeningen bij revalidatie na deze operatie (Neerplastiek)
“Belangrijk is te vermelden dat oefeningen altijd op maat afgestemd worden met uw fysiotherapeut. Het is erg afhankelijk van de mate van uw herstel, en mogelijke complicaties tijdens uw herstel, of bepaalde oefeningen bij uw traject van toepassing zijn. BEPAAL NOOIT ZELF IN WELKE FASE U ZIT, EN WELKE OEFENINGEN U MAG GAAN DOEN. DIT IS HET WERK VAN UW FYSIOTHERAPEUT”
Fase 0: Voor de operatie (preoperatief)
- Vaststellen actieve en passieve ROM.
- Vaststellen kracht abductie en exorotatie (handdynamometer).
- Scoren van de SST en de CMS.
- Het is zinvol vast te stellen welke oorzakelijke factoren betreffende de impingement klachten aanwezig zijn.
- Geven van uitleg aan de patiënt omtrent te verwachten beloop na de operatie.
Procesmatige stappen in het herstel van de ROM na de ingreep.
Fase 1: 0 – 6 weken na de operatie
In deze fase ligt de nadruk op respecteren van de gevolgen van de operatie.
Doelen:
- Het verminderen van pijn en inflammatie.
- Behouden conditie van omliggende orgaansystemen (CWK, TWK, elleboog, pols , hand).
- Realiseren van een goed gepositioneerde en stabiele scapula (zo nodig verder in de keten: LWK, onderste extremiteiten).
- Verbeteren revalidatie inzicht van patiënt.
Daarna: realiseren van procesmatig herstel van de ROM en op aangepast functioneren in ADL.
Acties 0-3 weken na de operatie
- In week 1: score SST-PO, eventueel van de SPADI.
- Oefenen elleboog-, pols- en handfunctie.
- Passief oefenen aangedane schouder m.b.v. andere gezonde arm.
- Slinger- en pendeloefeningen.
- Indirect mobiliseren door vanuit handen en knieën stand met de heupen naar achteren te bewegen.
- Mobiliseren / stabiliseren cervicale wervelkolom.
- Voorzichtig actief oefenen is toegestaan, als het maar niet pijnlijk is.
- Scapula positionering, mobiliteit stabiliserende oefeningen ( starten bijvoorbeeld met de Wall Slide ( gesloten keten ).
- Instructie en oefenen slaaphouding.
- Schouder sling afbouwen op geleide van pijn.
Acties 3-6 weken na de operatie
- Doorgaan met acties 0 – 3 weken na ingreep: slinger- en pendeloefeningen.
- U mag alle bewegingen van de arm weer zelf maken: actief oefenen alle richtingen binnen pijngrens.
- Elevatie uitvoeren in exorotatie om te voorkomen dat tuberculum majus impingement veroorzaakt; eventueel m.b.v. schouderkoord/Katrol.
- Isometrisch oefenen rotator cuff (= spier activatie) met weerstand andere arm of theraband; daarna: oefenen duurkracht bijvoorbeeld m.b.v. pulley / halters (3 series van 8-10 herhalingen per serie dienen op juiste wijze te worden uitgevoerd).
- Oefeningen voor een goede positie van het schouderblad op de romp.
- Opnieuw aanleren van het bewegingsgevoel van de schouder.
- Controle en eventueel correctie bewegingspatronen.
- Zo nodig actief oefenen in de keten met stabilisatie LWK / benen.
- Indien nodig: start rekking posterieure kapsel.
- Rond week 6: score SST-PO (eventueel SPADI) en CMS; verslag aan orthopeed.
Groene vlaggen voor overgang naar fase 2
- Ontstekingsverschijnselen / pijn in rust zijn afwezig.
- De operatiewond op de huid is goed genezen.
- Voldoen aan de criteria voor herstel ROM (dus: goede actieve ROM).
- Actief bewegen wordt kwalitatief goed uitgevoerd met napijn VAS < 3-4.
- Scores op SST-PO en CMS (> 60 punten) zijn toegenomen.
- Bij Yocum test kan patiënt elleboog makkelijk tot schouderhoogte heffen.
Fase 2: 7-12 weken na de operatie
In deze fase ligt het accent op het vervolmaken van de optimale ROM, het herstel van de spierfunctie, coördinatie en stabiliteit. Daarna wordt gestart met functionele ADL en werk
activiteiten. Hervatten van licht werk en onderhands sport (joggen) is mogelijk.
Acties:
- Versterken van de RC en schouderspieren (van duur >> absolute kracht); 2 series van 8 – 12 herhalingen dienen te leiden tot vermoeidheid naast local stabilisers ook deltoïdeus training m.b.v. pulley of halters.
- Eerst onder schouderhoogte; 2 weken later: boven schouderhoogte.
- PNF patronen.
- Zo nodig: rek dorsale kapsel, stabilisatie scapula vanuit steunvormen, dynamische vormen bv. Max wall slide, DRST(Mottram, 2009) versterking serratus anterior / trapezius ascendens.
- Oefenen van ADL / werk situaties; dus trainen in ketens; uitval passen met gewichten, halterstang gebruiken.
Groene vlaggen voor overgang naar fase 3
- Volledige passieve en actieve ROM.
- Kracht RC / schouder spieren op 70% van gezonde zijde.
- Goede coördinatie.
- Bij Yocum test kan patiënt elleboog makkelijk boven schouderhoogte heffen.
Fase 3: 3 – 6 maand na operatie
In deze fase ligt de focus op herstel van participatie in werk en sport.
Acties:
- Voortzetten en uitbreiden van acties uit fase 1 en 2.
- In week 12-14: score SST-PO.
- Starten met snelkracht.
- 2 weken later: plyometrie (hoge snelheid, met voorrek, lage weerstand < 15%); voor schouder: start met werptraining.
- Indien gewenst: sport specifieke training.
- Na 5 – 6 maanden afronding met verslag orthopeed en score CMS.
Groene vlaggen voor hervatten werk of sport
- Goede grond motorische eigenschappen.
- Kracht op 85% gezonde zijde.
- Voldoende vertrouwen patiënt.
Bekijk een wetenschappelijk artikel over Neerplastiek of lees meer over schouderklachten algemeen.