Behandeling Van Het Schoudergewricht

Bekijk de video over het schoudergwricht

De anatomie van het schoudergewricht

Het schoudergewricht wordt gevormd door drie verschillende gewrichten, namelijk: art. sternoclavicularis (sternoclaviculaur gewricht), art. acromioclavicularis (acromioclaviculair gewricht) en art. humeri (humeroscapulair gewricht). Deze namen zijn afgeleid uit de verschillende botstructuren waaruit de schouder bestaat, namelijk: de bovenarm (humerus), het schouderblad (scapula), het sleutelbeen (clavicula), het schouderblad (acromion) en borstbeen (sternum).
De schouder is een kogelgewricht waardoor het gewricht in bijna alle bewegingen bewogen kan worden. Deze bewegingen zijn anteflexie, retroflexie, endorotatie, exorotatie, abductie en adductie.

Spieren & functie van het schoudergewricht

Zoals bij ieder gewricht bevinden er zich spieren rondom de schouder. Er zijn erg veel spieren die een functie hebben over de schouder omdat de schouder een complex gewricht is. Er wordt daarom onderscheid gemaakt in de schoudergordelmusculatuur en de schoudergewrichtsmusculatuur. De schoudergordelmusculatuur bestaat uit: M. trapezius, M. sternocleidomastoideus, M. serratus anterior, M. subclavius, M. pectoralis minor, M. levator scapulae en de M. rhomboideus minor/major. Deze spieren hebben allen zoals de naam het al zegt een functie over de schoudergordel en niet over het schoudergewricht zelf.
De schoudergewrichtsmusculatuur bestaat uit: M. supraspinatus (abductie), M. infraspinatus (exorotatie), M. teres minor (exorotatie) en de M. subscapularis (endorotatie). Deze spieren staan ook beter bekend als de rotator cuff. Deze spieren zorgen voor een groot deel van de schouderstabiliteit. Er zijn nog een aantal spieren die behoren tot de schoudergerichtsmusculatuur, namelijk: M. deltoideus (abductie), M. latissimus dorsi (endorotatie, adductie, ademhalingsspier), M. teres major (endorotatie, adductie), M. pectoralis major (adductie en endorotatie) en M. coracobrachialis (adductie en endorotatie).

Banden rondom het schoudergewricht

Het schoudergewricht is het beweeglijkste maar tegelijk ook het kwetsbaarste gewricht van het lichaam. Het bandapparaat rondom het gewricht is zwak ontwikkeld waardoor de rotator cuff veel van de stabiliteit van het gewricht over moet nemen. Het schoudergewricht is dan ook het gewricht wat het vaakst uit de kom gaat (luxatie). Vaak is er bij de eerste luxatie een trauma aan vooraf gegaan. Hierna zijn de banden wat verslapt waardoor een klein uitschuivende beweging al voldoende is om de schouder weer uit de kom te laten gaan. Ook de banden (ligamenten) zijn weer verdeeld in groepen namelijk: lig. Coracohumerale (verbindt de humerus met de Proc. coracoideus), lig. Acromioclaviculare (verbindt het acromion met het sleutelbeen), lig. Coracoclaviculare (verbindt het sleutelbeen met de Proc. coracoideus, en het lig. Coracoacromiale (verbindt het acromion met de Proc. coracoideus.

Klachten van het schoudergewricht

Schouder (sub)luxatie
Wanneer een schouderluxatie optreedt schuift de schouderkop van de schouderkom en raken banden en het kapsel beschadigd, waardoor het gewricht niet meer kan functioneren. Een luxatie betekent dan ook dat de schouder “uit de kom”is. Bij een subluxatie is de schouder gedeeltelijk “uit de kom”. Vaak ontstaat een (sub)luxatie door een traumamoment zoals bijvoorbeeld een val waarbij de arm of hand uitgestoken is.
Bursitis
Dit is een slijmbeursontsteking in het schoudergewricht. De slijmbeurs is een zakje met vocht welke zich bevindt in de subacromiale ruimte van de schouder. Deze slijmbeurs zorgt ervoor dat pezen en botten niet langs elkaar schuren. Wanneer deze slijmbeurs ontstoken raakt ontstaan er klachten zoals pijn, warmte, zwelling, roodheid en is de arm moeilijk te bewegen.
Schouderimpingement
Bij een schouderimpingement is er sprake van een inklemming van structuren tussen de schouderkop het het schouderdak. Er zijn verschillende oorzaken voor het inklemmen van deze structuren. Wanneer de supraspinatus bijvoorbeeld ontstoken raakt, ontstaat er een zwelling en wordt de ruimte kleiner waardoor de pees wordt ingeklemd. Vaak is de arm zijwaarts heffen pijnlijk rond de 90 graden. Voor en na die 90 graden is het beter te doen.
Schouderinstabiliteit
Hierbij is er sprake van te slap/zwak bindweefsel (ligamenten en gewrichtskapsel) rondom het schoudergewricht. Hierdoor is de stabiliteit verstoord, waardoor we dus schouderpijn kunnen ontwikkelen.
Frozen shoulder
Bewegingsbeperking van de schouder waarbij het kapsel van de schouder ontstoken raakt waardoor plooien van het kapsel verkleven.
Triggerpoints
Triggerpoints staan eigenlijk beter bekend als spierknopen. De spierknopen zijn eigenlijk verkrampingen in de spier welke klachten kunnen veroorzaken. Een triggerpoint kan ervoor zorgen dat je een spier niet optimaal kunt gebruiken en je pijnklachten ervaart. Daarnaast kunnen triggerpoints overal in het lichaam voorkomen, zo ook in de spieren rondom de schouder. Het is mogelijk dat er zich een triggerpoint in bijvoorbeeld de m. infraspinatus bevindt en dat deze uitstraling geeft naar de gehele arm. Je hoeft de pijn dus niet op de plek te voelen waar de triggerpoint zich bevindt. Vandaar dat triggerpoints vaak gepaard gaan met uitstraling naar de arm, nek etc. We kunnen deze triggerpoint behandelen middels triggerpointtherpie.