Heb jij last van jouw scheenbeen of kuitbeen?
Wat wil jij weten over onderbeenklachten door een stijve enkel?
Wanneer heb jij last van een stijve enkel?
Zo ontstaan onderbeenklachten door een stijve enkel
Zo ontstaan heup- en knieklachten door een stijve enkel
Wat is de beste behandeling bij al deze klachten?
Wat is een stijve enkel
Stijfheid van de enkel kan in locatie, oorzaak en gevolg variëren. Zo kan er stijfheid in de gewrichten optreden, maar ook in het spier- en peesstelsel of het kapsel. Wat o.a. kan voorkomen, is stijfheid van het bovenste of onderste spronggewricht. Wanneer het bovenste spronggewricht stijf is, kan je de op- en neergaande beweging van de enkel moeilijker uitvoeren. Wanneer het onderste spronggewricht stijf is, wordt juist het kantelen lastiger.
Stijfheid in gewrichten kan bijvoorbeeld komen door artrose. Artrose van de enkel is vaak het gevolg van een fractuur van de enkel. Hierdoor is de stand soms niet optimaal meer, waardoor het kraakbeen niet meer gelijkmatig belast wordt. Ook na een periode van immobilisatie door bijvoorbeeld gips of na een enkelverzwikking ziet men soms dat de gewrichten in de enkel verstijven. Ook een verkeerde stand van de enkel, door bijvoorbeeld verkeerd schoeisel, kan leiden tot verstijving.
Hoe ontstaan onderbeenklachten door een stijve enkel
Een gevolg hiervan kan zijn, dat je scheen- of kuitklachten krijgt. Als je je enkel niet goed kan bewegen, ontwikkel je tijdens lopen of rennen te veel spanning in je onderbeenspieren. Hier kunnen zich afvalstoffen ophopen en triggerpoints ontstaan. Deze triggerpoints zijn spierknopen en kunnen een spier minder belastbaar maken. Ook kunnen ze pijn projecteren naar andere gebieden (‘referred pain’). Een voorbeeld hiervan is dat de tweekoppige kuitspier pijn kan projecteren onder de voet.
Door de ophoping van afvalstoffen heb je ook kans op bijvoorbeeld een zweepslag van de kuit (spierscheuring), shin splint klachten en kuitkrampen. Ook achillespeesklachten en een achillespeesontsteking kunnen ontstaan door verhoogde spanning in de kuitspieren, omdat de achillespees aan de tweekoppige kuitspier vast zit.
De anatomie van de enkel
Het enkelgewricht bestaat uit twee grote gewrichten: het bovenste en het onderste spronggewricht. Daarnaast bestaat de voet ook uit vele, kleine gewrichtjes. Het bovenste spronggewricht (ook wel articulatio talocruralis genoemd) is het gewricht tussen het scheenbeen, kuitbeen en het sprongbeen. In dit gewricht vindt de op- en neergaande beweging van de enkel plaats. Dit wordt dorsaal- en plantairflexie genoemd. Het onderste spronggewricht bestaat uit twee gewrichten. Het voorste gewricht (articulatio talocalcaneonavicularis) is het gewricht tussen het sprongbeen, het hielbeen en het scheepvormig been. Het achterste gewricht (articulatio subtalaris) is de verbinding tussen sprongbeen en hielbeen. In het onderste spronggewricht vindt het draaien (naar binnen en buiten) van de voet plaats. Rondom deze gewrichten vind je vele spieren, pezen, banden en kapsels.
Heup- en knieklachten door een stijve enkel
Je kunt je misschien wel voorstellen dat als de enkel niet optimaal beweegt, dit kan doorwerken in de heupen en knieën. Wanneer je je voet niet goed kan afwikkelen, kan je knie gaan compenseren door bijvoorbeeld meer naar binnen te draaien tijdens het lopen wat knieklachten kan veroorzaken. Hierdoor kunnen er overbelastingsklachten ontstaan, zoals een jumpers knee, runners knee, patellofemorale klachten of slijtage van de knie. Door een veranderde stand van de knie, kan de heup ook in stand afwijken wat op den duur heupklachten kan veroorzaken. Een voorbeeld hiervan is liesklachten of een slijmbeursontsteking van de heup.
Wat is de beste behandeling bij deze klachten?
In de meeste gevallen zullen de onderbeenklachten en heup- en knieklachten door een stijve enkel afnemen wanneer de enkel weer mobiel is. We hebben een aantal fysiotherapeutische technieken om de mobiliteit van de enkel te vergroten.
- Mobilisaties/manipulaties
Dit kunnen mobilisaties en manipulaties van het bovenste en onderste spronggewricht zijn of van bijvoorbeeld de grote teen. Mochten er meerdere gewrichten, zoals knie of heup, vastzitten, wordt hier ook naar gekeken en worden deze (indien gewenst) behandeld. - Dry needling
De triggerpoints in de onderbeenspieren kunnen met dry needling behandeld worden. Dit is een techniek waarbij we de spierknopen met een dun naaldje aanprikken, zodat ze ontladen. Je voelt dan eerst een kramp en vervolgens meer ontspanning. Spieren die we bij een stijve enkel vaak prikken, zijn: m. soleus, m. gastrocnemius en m. tibialis anterior. - Manuele triggerpointtherapie
De spierknopen kunnen ook met de hand behandeld worden. Hierbij zetten we druktechnieken op de triggerpoints in waarmee we de afvalstoffen uit de spierknoop drukken. Deze afvalstoffen komen dan in een beter doorbloed gebied van de spier, waardoor ze beter afgevoerd kunnen worden en de spier sneller hersteld.Ook zou u zelf met een hard balletje ‘triggerpointtherapie’ kunnen toepassen. Zoek een verharding/spierknoop in de spier op en rol hier voorzichtig met het balletje overheen of beweeg de spierknoop over de bal. Op deze manier behandelt u zelf uw spierknopen! - Oefentherapie
Deze oefentherapie kan bijvoorbeeld bestaan uit rekoefening of mobiliserende oefeningen.
– Taping
– Massage
Natuurlijk vragen we eerst specifieke dingen over uw klachtenpatroon en doen we eerst een lichamelijk onderzoek alvorens we een behandelplan opstellen.
Heeft u vragen over dit artikel of wilt u graag een afspraak maken? Aarzel dan niet, want we helpen u graag!
Ook interessant: alles over een slijmbeursontsteking